SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Resistentie van parasieten tegen een bepaalde klasse van ontwormingsmiddelen kan zich ontwikkelen na frequent en herhaald gebruik van een ontwormingsmiddel van diezelfde klasse.
Niet gebruiken bij dieren met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een hulpstof.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Voor wat lokale overgevoeligheidsreacties betreft, direct contact tijdens de toediening vermijden. Draag handschoenen.
Gebruik tijdens dracht of lactatie
Drachtige teven niet behandelen tijdens de eerste 35 dagen van de dracht.
Het diergeneesmiddel mag toegediend worden tijdens de lactatie.
Interacties met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Niet mengen met een ander geneesmiddel.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
De tolerantie van het diergeneesmiddel bij honden na toediening tot 5 maal de aanbevolen dosering gedurende meer dan 3 maal de aanbevolen behandelingsperiode, is zeer goed. Zelden kunnen spijsverteringsstoornissen zoals braken of anorexia optreden.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.