Informatie voor correcte toepassing van het product
De behandelingsduur moet worden beperkt tot het minimum dat nodig is voor de behandeling van de ziekte.
Voor toediening via het drinkwater moet de juiste dagelijkse hoeveelheid diergeneesmiddel worden berekend, op basis van de aanbevolen hoeveelheid en het aantal en het gewicht van de te behandelen dieren aan de hand van de volgende formule:
…mg diergeneesmiddel/kg lichaamsgewicht/dag X gemiddeld lichaamsgewicht (kg) van de te behandelen dieren/gemiddelde dagelijkse waterconsumptie (liter) per dier
= …mg diergeneesmiddel per liter drinkwater
Teneinde een juiste dosering te berekenen, dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk te worden bepaald. Dit om onderdosering te vermijden.
De opname van gemedicineerd drinkwater is afhankelijk van de klinische conditie van de dieren. Teneinde de juiste dosering te verkrijgen, dient de concentratie in het drinkwater dienovereenkomstig te worden aangepast.
Het diergeneesmiddel kan worden gebruikt in een wateraangedreven medicator voor proportionele toediening. Bepaal de dosering voor de behandeling. Stel de medicator in op de gewenste leveringssnelheid. Om de stockoplossing te bereiden, plaats de aangegeven hoeveelheid diergeneesmiddel in een 10-liter container, vul aan met water en roer totdat het is opgelost. De maximale aanbevolen concentratie is 250 gram diergeneesmiddel per 10 liter drinkwater en 500 mg van het diergeneesmiddel per liter (kunst)melk.
Het gemedicineerde water dient de enige bron van drinkwater voor de dieren te zijn gedurende de gehele behandeling. De wateropname moeten met regelmatige tussenpozen worden gecontroleerd. Na afloop van de medicatieperiode moet het waterleidingsysteem op adequate wijze worden gereinigd om de inname van subtherapeutische hoeveelheden van het werkzame bestanddeel te voorkomen. Gebruik voor nauwkeurige dosering een deugdelijk gekalibreerd meetinstrument.
Het gemedicineerde drinkwater moet iedere 24 uur opnieuw vers worden bereid. De gemedicineerde (kunst)melk moet binnen 4 uur worden gebruikt.
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Als aanvulling op de behandeling dient er goed management en hygiënische bedrijfsvoering te worden gevoerd om het risico op infectie en mogelijke opbouw van resistentie te verkleinen. Er is kruisresistentie tussen colistine sulfaat en polymyxine B.
Colistine sulfaat vertoont concentratieafhankelijke activiteit tegen Gram-negatieve bacteriën. Na orale toediening worden hoge concentraties bereikt in het maagdarmkanaal, d.w.z. op de doelplaats, vanwege de beperkte absorptie van de stof. Deze factoren geven aan dat een langere behandeling dan aangegeven is, met onnodige blootstelling tot gevolg, af te raden is.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gebruik colistine sulfaat niet als een vervanging voor een goede bedrijfsvoering.
Colistine sulfaat is binnen de menselijke geneeskunde een in laatste instantie te gebruiken geneesmiddel voor de behandeling van infecties veroorzaakt door bepaalde tegen meerdere geneesmiddelen resistente bacteriën. Om mogelijke risico’s in verband met wijdverbreid gebruik van colistine sulfaat tot een minimum te beperken, dient het gebruik ervan te worden beperkt tot behandeling of behandeling en koppeltherapie van ziekten en mag het middel niet worden gebruikt voor profylaxe.
Indien mogelijk dient colistine sulfaat alleen te worden gebruikt op basis van gevoeligheidstesten.
Voor eerstelijnsbehandeling dient een antibioticum met een lager risico op selectie van antimicrobiële resistentie (lagere AMEG-categorie) gebruikt te worden indien gevoeligheidstesten de werkzaamheid hiervan suggereren.
Wanneer het diergeneesmiddel anders wordt gebruikt dan aangegeven in de SPC, kan dit leiden tot falende behandelingen en kan de prevalentie van bacteriën die resistent zijn tegen colistine sulfaat toenemen.Bij pasgeboren dieren en dieren met ernstige gastro-intestinale en renale aandoeningen kan de systemische blootstelling aan colistine sulfaat verhoogd zijn, waardoor neuro- en nefrotoxische veranderingen niet kunnen worden uitgesloten.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Personen met een bekende overgevoeligheid voor polymyxinen, zoals colistine sulfaat, moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
Indien u symptomen ontwikkelt na blootstelling, zoals huidirritatie, dient een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. Zwelling van het gezicht, de lippen of ogen of ademhalingsmoeilijkheden zijn ernstigere symptomen en vereisen onmiddellijke medische aandacht.
Het diergeneesmiddel kan irriterend zijn voor de ogen, huid en slijmvliezen.
Vermijd direct contact met de huid, ogen en slijmvliezen en het inademen van stofdeeltjes tijdens het gebruik van het diergeneesmiddel.
Gebruik het diergeneesmiddel op een goed geventileerde plaats.
Tijdens de hantering en de vermenging van dit diergeneesmiddel wordt het dragen van een goedgekeurd stofmasker (hetzij een wegwerp halfgelaatsmasker volgens Europese norm EN 149 of een herbruikbare respirator volgens de Europese norm EN 140 met een filter volgens EN 143), ondoorlaatbare handschoenen, overall en een veiligheidsbril aanbevolen.
Was de blootgestelde huid na de bereiding. In geval van contact van het diergeneesmiddel met de ogen, overvloedig spoelen met water. Na gebruik de handen wassen.
Was uw kleding dagelijks na het gebruik van het diergeneesmiddel.
Niet roken, eten of drinken tijdens hanteren van het diergeneesmiddel.
Milieukenmerken
Colistine sulfaat is geclassificeerd als een zeer persistente substantie in de bodem.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht, lactatie of leg. Echter, aangezien colistine sulfaat nauwelijks wordt geabsorbeerd na orale toediening zou het gebruik ervan tijdens de dracht, lactatie en leg niet moeten leiden tot specifieke problemen. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.
Interacties met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Na orale toediening van colistine sulfaat kan interactie met anesthetica en spierverslappers in afzonderlijke gevallen niet worden uitgesloten. Vermijd de combinaties met aminoglycosiden en levamisol. De effecten van colistine sulfaat kunnen worden geantagoneerd door tweewaardige kationen (ijzer, calcium, magnesium), onverzadigde vetzuren en polyfosfaten.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.