Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De inductie van de partus en abortus kan de risico’s op complicaties, placentaretentie, dood van de foetus en metritis verhogen.
Om het risico op anaerobische infecties te verlagen, die verband kunnen houden met de farmacologische eigenschappen van prostaglandinen, moet er voorzichtig te werk worden gegaan om te vermijden dat er geïnjecteerd wordt door besmette plekken op de huid.. Reinig en ontsmet de injectieplaatsen grondig vóór de toediening.
In het geval van de inductie van oestrus bij koeien moet er vanaf de tweede dag na behandeling geïnspecteerd worden of de koe tochtig is.
Inductie van de partus bij zeugen vóór dag 114 van de dracht kan resulteren in een verhoogd risico van doodgeboorten en de noodzaak voor manuele assistentie bij het werpen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Prostaglandinen van het F2α type kunnen worden geabsorbeerd door de huid en bronchospasme of een miskraam veroorzaken.
Voorzichtigheid is geboden bij het hanteren van het diergeneesmiddel om zelfinjectie of huidcontact te voorkomen.
Zwangere vrouwen, vrouwen in de vruchtbare leeftijd, astmapatiënten en mensen met bronchiale of andere ademhalingsproblemen, moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden of ondoordringbare wegwerphandschoenen dragen bij de toediening ervan.
In geval van accidenteel morsen op de huid of kortademigheid als gevolg va accidentele zelfinjectie of inhalatie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Niet eten, drinken of roken tijdens het hanteren van het diergeneesmiddel.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Niet gebruiken bij drachtige dieren, tenzij het gewenst is om de partus te induceren of de dracht te onderbreken.
Interactie met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Het diergeneesmiddel niet toedienen samen met niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen, aangezien deze de endogene prostaglandinesynthese remmen.
De activiteit van andere oxytocische middelen kan worden versterkt na toediening van cloprostenol.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota).
Bij tienmaal de therapeutische dosis werden geen bijwerkingen gemeld. In het algemeen kan een grote overdosis resulteren in de volgende symptomen: verhoogde hartslag- en ademhalingsfrequentie, bronchoconstrictie, verhoogde lichaamstemperatuur, verhoogde hoeveelheid dunne feces en urine, speekselen en braken. Aangezien er geen specifiek antidoot bekend is, wordt in het geval van overdosering een symptomatische therapie geadviseerd.
Bij merries zijn matig zweten en zachte feces vastgesteld bij de toediening van driemaal de therapeutische dosis.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het middel niet met andere diergeneesmiddelen worden vermengd.