Informatie voor correcte toepassing van het product
Gebruik in drinkwater
Voor de bereiding van gemedicineerd water moet rekening worden gehouden met het lichaamsgewicht van de te behandelen dieren en hun werkelijke dagelijkse drinkwaterconsumptie. De consumptie kan variëren afhankelijk van factoren zoals diersoort, leeftijd, gezondheidsstatus, ras en houderijsysteem (bv. andere temperatuur, ander lichtregime). Om de juiste dosering te verkrijgen, moet de concentratie amoxicilline hierop worden aangepast.
Er dient een hoeveelheid gemedicineerd water te worden bereid die binnen de volgende 12 uur wordt geconsumeerd. Ongebruikt gemedicineerd drinkwater moet na 12 uur worden weggegooid, en er dient vers gemedicineerd water voor de volgende 12 uur worden bereid.
De volgende formule kan worden gebruikt om de benodigde hoeveelheid diergeneesmiddel in mg per liter drinkwater te berekenen:
…mg diergeneesmiddel/kg lichaamsgewicht/dag X gemiddeld lichaamsgewicht (kg) van de te behandelen dieren
_______________________________________________________________________
gemiddelde dagelijkse waterconsumptie (liter) per dier
= …mg diergeneesmiddel per liter drinkwater
Het diergeneesmiddel dient aan het drinkwater te worden toegevoegd door grondig te roeren totdat het diergeneesmiddel volledig is opgelost. De maximale oplosbaarheid van het diergeneesmiddel in water is ongeveer 6 g/liter. Er moet voor de te behandelen dieren voldoende toegang tot het watersysteem beschikbaar zijn om adequate waterconsumptie te garanderen. Er dienen geen andere drinkwaterbronnen beschikbaar te zijn tijdens de medicatieperiode. In vrije-uitloop-huisvestingssystemen moeten dieren in de stal gehouden worden tijdens de behandeling.
Het watersysteem moet grondig gereinigd worden aan het eind van de medicatieperiode om inname van subtherapeutische hoeveelheden werkzaam bestanddeel te voorkomen.
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Zieke dieren hebben een veranderd drinkpatroon en dienen waar mogelijk parenteraal gemedicineerd te worden.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Wanneer het diergeneesmiddel wordt gebruikt dient rekening gehouden te worden met officiële, nationale en regionale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van gevoeligheidstesten van uit het dier geïsoleerde bacteriën. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd te zijn op lokale (regionaal/bedrijfsniveau) epidemiologische informatie over de gevoeligheid van de betreffende bacteriën.
Wanneer het diergeneesmiddel anders wordt gebruikt dan aangegeven in de SPC kan dit het aantal bacteriën dat resistent is tegen amoxicilline verhogen en de effectiviteit van behandeling verminderen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Penicillinen kunnen overgevoeligheid (allergie) veroorzaken na injectie, inhalatie, ingestie of huidcontact. Overgevoeligheid voor penicillinen kan kruisreacties met cefalosporinen veroorzaken en vice versa. Allergische reacties op deze stoffen kunnen soms ernstig zijn.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor β-lactamantibiotica moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
Behandel dit diergeneesmiddel met grote voorzichtigheid om blootstelling te vermijden, neem alle aanbevolen voorzorgen.
Draag handschoenen en een wegwerpstofmasker volgens Europese Standaard EN149 of een niet-wegwerp stofmasker volgens Europese Standaard EN140 met een filter volgens EN143 tijdens mengen en gebruiken van het diergeneesmiddel. Was de handen na gebruik.
In geval van contact met de ogen of huid, direct met water wassen.
Indien u symptomen ontwikkelt na blootstelling, zoals huidirritatie, dient een arts te worden geraadpleegd en deze waarschuwing te worden getoond. Zwelling van het gezicht, de lippen of ogen of ademhalingsmoeilijkheden zijn ernstigere symptomen en vereisen onmiddellijke medische aandacht.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Uit laboratoriumonderzoek bij ratten en konijnen zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene, foetotoxische of maternotoxische effecten.
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.
Interacties met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Niet combineren met bacteriostatische antibiotica. Niet gelijktijdig gebruiken met neomycine aangezien dit de absorptie van orale penicillines blokkeert. Er treedt synergie op met ß-lactam antibiotica en aminoglycosiden.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.